De muziekavond stond in het teken van Passiemuziek (het was immers Goede Vrijdag) en een inhaalslag: de deelnemers was gevraagd die muziek mee te nemen die we eerder al wél hadden willen laten horen maar die door tijdgebrek niet meer aan bod kwam.
En zo zag deze (bijna) volledig door de deelnemers bepaalde avond er uit:
Johann Sebastian Bach, de Mattheus in een uitvoering van Willem Mengelberg uit 1939, met onder andere Jo Vincent. We luisterden onder meer naar de aria So Ist Mein Jesus Nun Gefangen.
Hetzelfde beluisterden we in de veel latere opname onder leiding van Pieter Jan Leusink met het Nederlands Bach Orkest en het Holland Boys Choir. En countertenor Syste Buwalda.
Ook het slotkoor kwam aan bod: in de uitvoering van het Ensemble Vocale et Orchestre de la Chapel Royale, onder leiding van Philippe Herreweghe.
Jos van der Pal vergastte ons op enkele delen uit Die Sieben Letzte Wörter van Joseph Haydn, uitgevoerd onder leiding van Nicolaus Harnoncourt.
Via Haydn kwamen we, met behulp van Ferry van Geffen, terecht bij het Credo uit Franz Schuberts vijfde Mis, met Helen Donath (sopraan), Ingeborg Springer (mezzo-sopraan), Peter Schreier (tenor) en Theo Adam (bas): Staatskapelle Dresden en het Leipzig Radio Koor, dirigent Wolfgang Sawallisch.
En na Schuberts minder bekende religieuze werk luisterden we naar Dietrich Fischer Diskau met Der Wanderer uit Die Schöne Mühlerin.
Na de pauze greep Jos van der Pal terug op een eerdere avond, waar het wonderkind fenomeen Mozart aan de orde was. Jos liet ons muziek van vader Leopold horen: twee delen uit zijn bekende Kindersymfonie. Daarna beluisterden we Leopolds ‘Schlittenfahrt‘ én een stuk van zoon Wolfgang. Jawel, zoon bleek aardig bij zijn vader ‘geshopt’ te hebben (al is in alles duidelijk dat Wolfgang een veel groter talent bezat…)
Ferry van Geffen, ooit getroffen door een stukje achtergrondmuziek met een windmachine, onthulde de maker daarvan en introduceerde ons in het ongelooflijke schone werk van de teveel vergeten Franse componist Jean-Philippe Rameau. We hoorden stukken uit Les Boréades, een opera in vijf actes. Uitvoerende was het Orkest van de 18de eeuw en dirigent Frans Brüggen. (Voor wie nog eens wil nagenieten: zie de video onder dit artikel)
Vervolgens luisterden we naar een andere ‘van Geffen’-ontdekking: het Cellokwartet Amsterdam. Zij speelden een werk van Jacques Offenbach (zelf een cellist).
Aangespoord door het sonore geluid van al die snaren, ‘trok’ Marijke een CD uit de tas met een registratie van een live optreden van Lajkó Félix, een Hongaarse violist. Hij speelde een improvisatie et zijn begeleiders, tijdens een concert op het Conservatorium in Budapest. Na afloop hoorden we het publiek op de stoelen staan en het dak bijna van het gebouw vliegen…
GJ van Lonkhuyzen herinnerde ons nog eens aan onze avond over muziek, gemaakt in Indië, met een uitvoering van de Suite Javanaise van Dirk Fock.
We sloten af met (ook weer een knipoog naar een eerdere avond) een Symphonisch Gedicht van Franz Liszt, uit een serie van 13 orkestwerken, oftewel symfonische gedichten.
Met dank aan allen die een bijdrage leverden!
Nog even een aanvulling op de speellijst van 6 april 2012:
Het symphonisch gedicht van Franz Liszt dat ik liet horen heet “Les Preludes” en werd uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Ferenc Fricsay. Een live uitvoering uit 2011 met de Wiener Philharmoniker o.l.v. Valery Gergiev is te zien op YouTube:
Dank voor je reactie – en je aanvulling, Ferry! Einde van de avond… vergeten volledige aantekeningen te maken 🙂